Prestatie en bonus: een slecht huwelijk (2)

Er is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de effecten die bonussen hebben op iemands prestatie. In 1998 hebben vier wetenschappers alle 47 toen bekende studies daarover samengevoegd in een zogenaamde metastudie. Wat bleek? Bonussen vertonen een significante relatie met de kwantiteit (hoeveelheid) van het werk. Een hogere bonus leidde tot meer productie. Maar belangrijker: het bleek ook dat bonussen geen relatie hebben met de kwaliteit van het werk. Er zijn andere onderzoeken die aangeven dat er zelfs sprake is van een negatieve relatie met de kwaliteit van het werk. Een hogere bonus leidt ertoe dat er slechter werk wordt afgeleverd.

Wat betekent dit in de praktijk?

Een hypotheekafdeling voert een bonussysteem in. Als gevolg daarvan gaan de medewerkers meer verkopen. Dat lijkt goed nieuws, maar de vraag is, zeker in de financiële sector, of veel verkopen ook daadwerkelijk goed is [zie filmpje: het gevaar van bonussen]. De kredietcrisis is juist mede ontstaan doordat financiële adviseurs producten gingen verkopen aan klanten die deze producten niet konden betalen. Kwaliteit van het werk is minstens zo belangrijk als kwantiteit.

Bonussen kunnen goed werken

Aan de andere kant is het feit dat bonussen leiden tot méér productie het enige wetenschappelijke argument vóór bonussen. Het blijkt dat medewerkers meer gaan produceren als hen een bonus in het vooruitzicht wordt gesteld. Bij beroepen waar alleen kwantiteit er toe doet, en niet de kwaliteit, kunnen bonussen dus goed werken.

Meer weten?

Jenkins, G.D., Mitra, A., Gupta, N., & Shaw, J. D. (1998). Are financial incentives related to performance? A meta-analytical research. Journal of Applied Psychology, 83,777-789.
Lucian Bebchuk and Jesse Fried ( 2004). Pay without Performance The Unfulfilled Promise of Executive Compensation. Harvard University Press Cambridge, Massachusetts, and London, England 2004